De rivier de Panj, ook bekend onder de namen Pyandzh of Piandj, stroomt in het noorden van Afghanistan. De Panj is een zijrivier van de Amu Darya.
De rivier is 1.125 kilometer lang en vormt langs de Afghaanse provincies Badakhshan, Takhar en Kunduz een groot deel van de grens tussen Afghanistan en Tadzjikistan.
De rivier ontspringt bij het dorp Qila-e Panja, op het punt waar de rivier de Pamir en de rivier de Wakhan samenkomen.
Qal`eh-ye Panjeh, ook gespeld als Qila-e Panjeh of Kala Panja, is een dorp in Wakhan in de Noordoost-Afghaanse provincie Badakhshan.
Vervolgens stroomt de Panj in westelijke richting en vormt de grens tussen Afghanistan en Tadzjikistan.
Na het passeren van de stad Khorog (Khorugh), de hoofdstad van de Tadzjiekse autonome regio Gorno-Badakhshan (Gorno-Badakhshan Autonomous Region), ontvangt de Panj water van de rivier de Bartang, een van de belangrijkste zijrivieren.
Khorugh ligt op 2.200 meter boven zeeniveau in het Pamirgebergte.
Bij de Tadzjiekse stad Nizhniy Pyanj en de Afghaanse stad Shir Khan Bandar in de provincie Kunduz werd in 2007 de Afghanistan-Tadzjikistan brug geopend, die een belangrijke verbinding vormt tussen beide landen.
De brug vervangt een onregelmatige veerdienst over de snelstromende rivier.
Vervolgens stroomt de Panj in zuidwestelijke richting en komt daarna samen met de Vakhsh in het noorden van de Afghaanse provincie Kunduz.
Op dit punt begint de grootste rivier van Centraal-Azie, de Amu Darya. Darja is het Perzische woord voor “rivier”.
De Panj speelde een belangrijke strategische rol tijdens de bezetting door de Sovjet-Unie van Afghanistan in de jaren tachtig.